Robenburg
Zoë Goldman *Publiekswinnaar Mijn Kort Verhaal 2014/2015*
Het zonnetje scheen dwars met haar felle stralen langs de wolken zo naar de zwaartekracht om de aarde te verwarmen. Het was weer 1 van de traditionele dagen in het jaar voor de mensen in Robenburg. Robenburg? Ja, Robenburg, het piepkleine plaatsje naast Lantos met maar 517 inwoners. De dagen zijn daar zwart en grauw. Grijze betonnen woningen waar, als je door het kleinste rode raampje kijkt, deftige vrouwen met hun opgetutte kinderen binnen zitten. Elk gebouw is hetzelfde, behalve het stadhuis natuurlijk. Waarom mensen hier wonen? Dat weten we niet. Ze zeggen dat het hun plicht is. Ze hebben hun eigen geloof en hun eigen gewoontes. Prima, maar 1 is te gruwelijk voor woorden.
Elk jaar op 17 December moet het dorp zich verzamelen. Dit jaar is het om 05:17, want het dorp heeft 517 inwoners. 05:13,’’Amber kom je!’’ riep haar deftige moeder Lana. We hebben nog maar 4 minuten! Ik kwam naar beneden gestormd smeet de rode kast open en deed mijn met stof bedekte schoenen aan. ‘’Mam! Ik pas ze niet meer! Ze zijn nog van vorig jaar!’’ schreeuwde ik. ‘’Aandoen! 2 Minuten!’’ snauwde mijn moeder met haar schorre stem. Ik drukte mijn tenen dubbel en propte ze in het schoentje. Ik pakte mijn 2e en keek naar het dikke kruisspinnetje wat er behendig uit klom. Jakkie! Mijn moeder en ik rende naar het stadhuis en sloten bij de opgetutte menigte aan. Het formidabele stadhuis werd belicht door een grote rode lichtspot. ‘’Stilte!’’ Mopperde de burgemeester door de microfoon. Hij stond op een hoog wit paneel beplakt met zilveren heilige beeldjes dat hing boven het opvallende stadhuis. ‘’Zoals gewoonlijk zal de jaarlijkse wet onze toekomst weer schrijven, de boze mensen uit ons volk verdrijven en wie bang is zal binnen moeten blijven. Zorg dat je je goed beveiligd want zelfs binnen zouden mensen jouw hoofd kunnen krijgen. Blijf kalm en heldhaftig voordat jouw dood word bemachtigd. Als er 111 doden zijn geven wij, het stadhuis een sein. Alles staat geschreven en wij zullen angst alleen op aarde beleven. Vermoord mensen gruwelijk ook al is het je eigen gezin, anders ga je de hemel niet in.’’ Het was 1 minuut doodstil. ‘’Let’s begin’’ schreeuwde de burgemeester met genot.
Ik sprintte naar mijn huis denkend aan de verschrikkelijke gebeurtenis van vorig jaar. Heftige Jack, de sobere man die tegenover ons woont ziet onze jaarlijkse traditie als een soort sport. Het schijnt dat hij heel het jaar door gruwelijke martelwerktuigen maakt in zijn huis. Hij doet letterlijk alles met mensen! Vorig jaar sleurde Heftige Jack 2 vrouwen mee in zijn huis. Simone en Dioni. Hij bond Simone vast aan een metalen kille martelstoel in de hoek van de kamer. ‘’Zo Simone, het is jouw beurt’’. Hij pakte haar vochtige hand en kuste het zacht. ‘’Simone, hier heb ik een heel jaar op gewacht’’. Hij pakte een houten apparaatje en zette het op haar nagel. ‘’Jack wat doe je met me!’’ schreeuwde Simone toen ze de pijn begon te voelen. Maar Jack gaf geen woord. Jack liep naar Dioni. ‘’Zo Dioni’’, fluisterde Jack in haar oor. Hij opende haar mond en begon hevig aan haar tand te trekken. Ze beet hard op Jacks vinger. ‘’Dioni! Nee toch! Wil je soms niet?’’ Hij pakte een klem en zette het op haar mond. Hij trok nogmaals aan haar tanden en na veel druk kwam er 1 uit. ‘’Omdat jij niet mee werkt krijg jij jouw toepasselijke straf nog wel’’ zei Jack. Op dat moment schreeuwde Simone het uit van pijn. ‘’Oh! Hij is klaar.’’ Zei Jack. Hij haalde het apparaatje van Simone haar nagel. De hele nagel van Simone was er af getrokken. Hij pakte een naald en plakte daar de nagel van Simone aan vast, het leek net een klein schepje. Hij liep naar Dioni en zette een klem op haar ooglid zodat ze haar ooglid niet meer kon sluiten. Hij duwde het zelf gemaakte schepje op haar oog. Dioni schreeuwde het uit van pijn en angst. De nagel van Simone prikte door haar hoornvlies, en daarna door haar pupil. Jack trok het schepje terug met de oogbal van Dioni er aan vast. Daarna trok hij de spieren van de oogbal af zodat hij ontbonden werd van Dioni’s lichaam. Dioni bleef schreeuwen van afschuwelijke pijn en gruwel. Jack gooide het schepje met de overige resten op de grond en ging naar zijn magazijn. Hij opende zijn terrarium en haalde zijn ringslang er uit. ‘’Dag Sliff, het moment is eindelijk aangebroken. We gaan naar de hemel Sliff!’’ zei Jack tegen zijn ringslang. Jack liep terug naar Dioni die nog steeds met de klem op haar ooglid zat. Jack legde Sliff met zijn hoofdje op de open ruimte in de oogkas van Dioni. ‘’Ga Sliff! Ga!’’ fluisterde Jack met genot. En Jack had gelijk. Het duurde niet lang en Sliff ging via de oogkas het lichaam van Dioni in.
Op dat moment ontwaakte ik uit mijn eigen nachtmerrie over de gebeurtenis van vorig jaar. De deurbel ging! Mijn moeder natuurlijk! Die kon ik na al die jaren toch wel vertrouwen. Ik wist dat zij het was want ik hoorde haar stem mijn naam roepen. Ik sloeg telkens een traptrede over terwijl ik naar beneden liep. Ik stond voor de grijze betonnen deur. De deurklink zo glanzend als mijn met stof bedekte schoenen die mijn tenen nog steeds afknelde. Ik trok de deurklink naar beneden en trok de zware grote deur naar mij toe. Maar tot mijn schrik stond daar mijn opgetakelde moeder, met sobere Jack achter haar.